Wat voor eten importeren we allemaal wel niet en kunnen we zonder?
Het aanbod in voedingsmiddelen in ons land is enorm en als zeer veilig en gezond te beschouwen. Dankzij onder andere de vele handelskanalen die Nederland met de rest van de wereld opgezet heeft, onze welvaart en de sterke logistieke keten die het van de maker tot aan de koper weet te organiseren. Maar hoe ligt deze verhouding eigenlijk in ons land op het gebied van import en export? Wat wordt er in de supermarkt verkocht dat vanaf eigen Nederlandse bodem komt en wat wordt er precies geïmporteerd. Wat als we nou eens minder zouden gaan importeren en hiermee de voeding die in onze supermarkten verkocht wordt goedkoper maken.
Regelgeving import levensmiddelen
Om onze samenleving te beschermen tegen ziektes, virussen of gevaarlijke bacteriën, worden levensmiddelen die ergens anders vandaan komen streng gekeurd. Zoals niet dierlijke producten zoals groenten, fruit, gedroogde vruchten, specerijen, noten, zaden, granen en de producten daarvan. Maar ook diervoeding die alleen uit plantaardige producten bestaat.
Het importeren van levensmiddelen maar ook consumentenproducten zoals een auto importeren Duitsland moeten aan regels voldoen. Hiermee proberen we te voorkomen dat er onveilige levensmiddelen en consumentenproducten ons land binnen komen. De NVWA is hiervoor opgericht en controleert bij punten van binnenkomst zoals havens en vliegvelden de binnengekomen goederen in samenwerking met de douane.
Nederland exporteert eigen voedsel veelal
Nederland is een land die veel landbouw, kassen en veehouderijen telt. Maar vergeet niet dat circa 60 procent van ons voedsel uit het buitenland komt. Voorbeelden hiervan zijn koffie, olieproducten zoals de sojaboon of palm en zonnebloemolie.
Onze eigen Nederlandse boeren exporteren veel. Zoals suiker, paddenstoelen, maar ook pootaardappelen en een speciaal gekweekte aardappelknol om aardappels te laten groeien. Circa 25 procent van het tomatenzaad uit de wereld komt uit Nederland. Een kilo tomatenzaad staat gelijk aan de waarde van twee kilo goud.
Wat als we stoppen met importeren
Een van de meest gegeten en gebruikte grondstoffen in ons dagelijks eten is graan. We vinden het in broodproducten, pasta maar ook in dierlijke producten. In Nederland kan er tarwe groeien, maar de bakkwaliteit is gewoonweg niet goed genoeg om er brood of pasta van te kunnen maken. Graan wordt om deze reden uit Frankrijk, Italië of Spanje geïmporteerd. Ons eigen gemaakte tarwe zou gebruikt kunnen worden voor het voeren van het vee. Hetzelfde geldt voor bepaalde auto’s zoals een Audi importeren uit Duitsland, wat een verstandige keuze is als je voor kwaliteit wilt gaan. Wat we in Nederland wel zouden kunnen verbouwen is haver, boekweit, gerst en rogge. We zullen het volkorenbrood in moeten ruilen voor het roggebrood, havermoutpap of boekweitproducten.
Wat tevens schaarser zal gaan worden indien we stoppen met de import van eten is het vlees. We zullen over moeten stappen op meer groente, peulvruchten, koolzaden, aardappels en suikerbieten. Dit groeit namelijk met gemak op onze eigen velden. Tevens kunnen we vanuit onze zeeën nog wat vis opvissen om zodoende voldoende voedingswaarden binnen te halen.
Er zijn in Nederland voldoende appel- peren – en kersenbomen. Welke eventueel voor langere tijd bewaard zouden kunnen worden. Maar de fruitproductie is simpelweg te laag om geheel Nederland te kunnen voeden.
